Als er één sportevenement is dat je als motorrijder in je leven bezocht moet hebben, dan is het wel de Isle of Man TT. Eind mei/begin juni trekken motards van over heel de wereld naar het mythishe eiland in de Ierse zee, om er zich tot veertien dagen lang te vergapen aan alles wat de TT hen voor de voeten gooit. Niet in het minst de races zelf, uiteraard, waarbij de rijders één voor één worden losgelaten op het 60 km lange, verraderlijke stratencircuit en de toeschouwers de aan een rotvaart passerende helden bijna kunnen aanraken. Dichter op de actie kan je als fan niet zitten, maar da’s lang niet de enige reden waarom je deze ultieme straatrace niet aan jou voorbij mag laten gaan.
Foto’s: Isle of Man TT Races
1. Het is de meest mythische plek in de motorsport
2. Het is de snelste straatrace ter wereld
Records zijn er om gebroken te worden en als er één plek is waar dat om de haverklap gebeurt, is het wel op het eiland Man. Tijdens de 2018-editie sneuvelden de ronderecords in alle categorieën. De allersnelste tijd kwam toen op naam van de Brit Peter Hickman: hij stuurde z’n BMW S1000RR in een tijd van 16:42.778 het eiland rond, goed voor een gemiddelde snelheid van liefst 217.989 km/u, een absoluut record voor een straatrace. Ondertussen is dit ronde-record ook alweer geschiedenis…
3. Het is de laatste plaats op aarde waar er geen regels zijn.
4. Het is één groot feest, en het duurt veertien dagen lang
5. Michael Dunlop zien racen
Hoewel een TT-race van dichtbij meemaken er ongelooflijk spectaculair – en bij momenten erg beangstigend – uitziet, bouwen de rijders toch altijd een bepaalde veiligheidsmarge in. Uitloopstroken zijn er niet, en tegen een muur knallen doet een stuk meer pijn dan in een grindbak terechtkomen. Vandaar die marge. Maar één rijder heeft lak aan zich een beetje inhouden: de genaamde Michael Dunlop, zoon van de in 2008 verongelukte Robert Dunlop (broer van de illustere TT-veelwinnaar Joey) en jongere broer van de in juli 2018 eveneens verongelukte William. Gelet op zijn rijstijl verdenken sommigen ‘Mickey D.’ ervan een doodswens te hebben, maar zelf zegt hij daarover nooit anders gekund te hebben dan altijd alles te geven. Gaat dat zien. En horen.
6. De spanning is op de afspraak
De TT op zich is een bezoek meer dan waard, maar toch hebben de races over de decennia heen niet altijd evenveel spankracht gehad. Competitiesport moet het nochtans grootdeels hebben van emoties, en dan is een tijdsverschil van meerdere minuten tussen de winnaar en de tweede man niet bepaald een reden tot opwinding. Organisator Paul Phillips gaat er evenwel prat op dat de races sinds de vernieuwingsoperatie in 2006 spannender zijn dan ooit, met dank aan het aantrekken van een jonger en competitiever deelnemersveld.
7. De professionele omkadering
8. Mad Sunday
Tijdens de beruchte Mad Sunday, de dag die de raceweek van de TT voorafgaat, worden duizenden motorrijders tegelijk losgelaten op de zogeheten Snaefell Mountain Course. Iedereen kan zich dan gedurende enkele uren John McGuinness of Joey Dunlop wanen, een moment waar heel wat deelnemers een leven lang naar hebben uitgekeken. Snelheidslimieten zijn er op grote gedeelten ook die dag niet, hoewel er op sommige stukken wel eenrichtingsverkeer geldt om ongevallen met tegenliggers te vermijden. Uit veiligheidsoverwegingen geldt er een nultolerantie tegenover alcoholgebruik voor wie op de motor rijdt.
In het nieuwe raceprogramma vanaf 2023 is er geen Mad Sunday meer voorzien, maar wordt die vervangen door een volwaardige race-dag.
Recent Comments